Spelregels Klaverjassen

Hieronder vind je de spelregels van Klaverjassen. Omdat Rotterdams en Amsterdams klaverjassen maar eigenlijk op één punt van elkaar verschillen, leggen we eerste de Rotterdamse spelregels uit en daarna de verschillen met de spelregels van Amsterdams Klaverjassen. Ook leggen we uit wat Utrechts betekent qua spelregels.

Introductie

Klaverjassen wordt gespeeld met 4 spelers in 2 teams. Noord en Zuid (ook wel ‘Wij’ genoemd) tegen West en Oost (ook wel ‘Zij’ genoemd). Waarbij in onze spelen jij altijd speelt als Zuid. Het spel wordt gespeeld met 32 kaarten: 7 tot en met Aas van de vier kaartkleuren en het doel is om meer punten te halen dan de tegenstanders. Aan het begin krijgt elke speler willekeurig 8 kaarten gedeeld.

Troef maken

Een speelronde begint altijd de keuze van de troef kleur. Bij de ‘normale’ variant wordt er bij aanvang van iedere rond een willekeurige troefkleur bepaald. Tijdens de eerste ronde is dat altijd klaver (vandaar de naam klaverjassen). De speler links van de deler kijkt als eerste of hij speelt of past met die troefkleur. Je speelt als je denkt dat jullie (jij en je medeteamgenoot) meer dan de helft van het aantal punten kunt halen met de gedraaide troefkaart. Je past als je denkt dat je dat niet kunt halen. Als een speler past, is de volgende speler aan de beurt om te spelen of passen. Past elke speler dan mag (in onze online spellen) de eerste speler kiezen met welke troef hij speelt (met uitzondering van de eerder bepaalde troefkleur). Bij ‘Utrechts’ klaverjassen moet er verplicht worden gespeeld. De speler links van de deler kiest zelf een troefkleur en mag daarmee ook beginnen.

Spelen in rondes

Na het bepalen van de troefkleur van een ronde kan er worden gespeeld. Elke ronde bestaat uit 8 slagen: per slag speelt elke speler een kaart en 1 slag bestaat dus uit 4 kaarten. Een slag begint met de speler die aan de beurt is. De speler links van de deler komt altijd als eerste uit als de troefkleur bekend is en daarna is degene die een ronde begint altijd de speler die de vorige slag heeft behaald. Die speler speelt een kaart. De volgende speler (links van hem) moet vervolgens ook een kaart van dezelfde kleur spelen. Daarna weer de volgende speler (links) en dan de laatste speler. De slag is dan afgelopen en de vier kaarten van de slag gaan naar het team van de speler die de hoogste kaart van de gevraagde kleur heeft gespeeld.
Als een speler de gevraagde kleur niet heeft dan moet die speler een troefkaart opspelen. Heeft een andere speler ook al een troef gespeeld, dan geldt als extra regel dat je een hogere troef moet spelen, als je dat kunt. Als er troef is gespeeld in een slag, dan gaat die slag naar degene die de hoogste troef heeft gespeeld. Heb je geen kaarten van de gevraagde kleur en ook geen troefkaarten, dan mag je een willekeurige kaart bijspelen. Diegene die de slag heeft binnengehaald moet de volgende slag beginnen. Als iemand met troef uitkomt, dan moet je (als je dat kunt) altijd een hogere troef opspelen. Kun je dat niet, dan pas mag je een lagere troef spelen.

Puntentelling Klaverjassen

Hieronder staat een tabel met de volgorde en puntentelling voor Klaverjassen. Het maakt voor sommige kaarten qua punten uit of die kaart troef is of niet.

Geen TroefTroef
Aas11Boer (Jas)20
Tien10Negen (Nel)14
Heer4Aas11
Vrouw3Tien10
Boer2Heer4
Negen0Vrouw3
Acht0Acht0
Zeven0Zeven0

Daarnaast krijg je punten als je de laatste slag van een ronde haalt. Je krijg daarvoor 10 punten. In elke ronden kun je dus 162 punten behalen.
Naast de gewone puntentelling kan er in klaverjassen roem vallen. Roem krijg je als er een bepaalde combinatie van kaarten in een slag zit. De punten gaan naar het team van de speler die de slag haalt. Voor de volgorde van roem geldt deze volgorde: A H V B 10 9 8 7.

VolgordeRoem
Drie opeenvolgende kaarten van 1 kleur (bijvoorbeeld 8, 9, 10) 20 punten
Vier opeenvolgende kaarten van 1 kleur (bijvoorbeeld 50 punten
Heer en Vrouw van troef (= stuk)20 punten
Vier dezelfde plaatjes (bijvoorbeeld 4 x de Heer)100 punten

Als er roem in een slag zit, moet dat normaal gesproken worden gemeld door het team dat de slag binnenhaalt (in onze spellen doen we dat automatisch). Roem telt ook mee voor de eindstand, dus een team kan met de ‘gewone’ punten gewonnen hebben, maar verliezen nadat roem wordt meegerekend of andersom. Heer en Vrouw van Roem telt altijd als extra roem, dus als er bij een troefslag 3 opeenvolgende kaarten liggen waaronder Heer en Vrouw dan is de roem 40 punten en als er vier op een volgende kaarten liggen van troef met Heer en Vrouw dan is dat 70 roem.
Aan het einde van een ronde en dus na 8 slagen, worden de punten van een ronde geteld. Heeft het team dat speelde minstens de helft van de punten plus 1, dan hebben ze gewonnen en dan krijgt elk team de punten die ze hebben behaald. Heeft het spelende team te weinig punten (de helft of minder), dan gaan alle punten, plus roem (zie hierna) naar de tegenpartij. Het spelende team gaat dan ‘Nat’ en krijgt 0 punten. Als een team speelt en alle slagen in een ronde binnenhaalt (niet dus alleen alle punten), dan heeft dat team een zogenaamde ‘Pit’ gehaald. Voor een Pit krijg je 100 bonuspunten.

Seinen

Er zijn manieren om je teamgenoot of maat te laten weten in welke kleuren je sterk bent en in welke kleuren je niet zo sterk bent. Als je Amsterdams speelt en de slag van je maat niet hoeft in te troeven of als je niet meer kunt bekennen, dan schept dat mogelijkheden om informatie aan je maat te geven door bepaalde kaarten te spelen. Door een kleine kaart van een andere kleur bij te spelen, laat een speler zijn partner weten dat hij in die kleur het aas heeft of wil dat zijn partner die kleur speelt (opseinen). Speel je echter een 10, Heer, Vrouw of Boer bij, dan wil dat zeggen: 'ik heb niets/niet veel in die kleur' (afseinen). Als je echt erg sterk bent in een bepaalde kaartkleur, bijvoorbeeld je bezit een Aas, 10, Heer en 8, dan sein je niet met de 8 maar met het Aas (immers de 10 blijft in jouw bezit en is daarna de hoogste kaart in die kleur). Onze online spellen begrijpen zowel op- als afseinen.

Einde van een potje Klaverjassen

In klaverjassen speel je in totaal 16 rondes. Na die 16 rondes worden de punten van alle rondes opgeteld en dat bepaald wel team de winnaar is.

Amsterdams Klaverjassen

De hierboven beschreven spelregels gelden voor Rotterdams Klaverjassen, waarbij de dus verplicht bent om in- of over- te troeven als je een gevraagde kleur niet hebt. Bij Amsterdams klaverjassen hoef je niet in- of over- te troeven als je een gevraagde kleur niet hebt EN de slag tot nu toe aan je maat ligt (je maat dus tot dan toe de hoogste kaart in een slag heeft). Daarnaast mag je, als er getroefd is of troef gevraagd is, niet ondertroeven. Kun je geen kleur bekennen en heeft iemand anders al ingetroefd en kun je niet over troeven, dan moet je een kaart van een andere kleur bijspelen.